De weg naar ons huis wordt omgeven door stukken land waar buren hun groenten en fruit op verbouwen. Het brengt me elke keer weer vreugde om dit te zien. De prachtige bananenbomen met hun majestueuze bladeren, het suikerriet, de altijd groene mangobomen en ga zo maar door. Soms zijn de akkers in woeste, onkruidvolle staat en vraag je je af wat hier van terecht moet komen. Tot dat de eigenaar (of meestal eigenaresse, want het zijn vaak de vrouwen die op de akkers werken) alle onkruid weghaalt en de aarde omploegt. De prachtige diep-rode aarde komt weer tevoorschijn en ligt er verwachtingsvol bij, wachtende op de regen, maar ook op de zon. En bovenal wachtende op de tijd van zaaien, de vrucht gaat diep in de aarde, om te sterven en dan weer tot leven te komen en nieuwe oogst te brengen. Als de eerste groene scheuten van de maisplanten weer boven de aarde verschijnen, moet ik vaak aan het lied van Jedi Noordegraaf denken; ‘Sterven in de grond’
Heel mijn akker is geploegd.
Zorgzaam heb ik al het zaad gezaaid.
Wekenlang heb ik gezwoegd.
Nu wacht ik tot het koren wordt gemaaid.
Regen maakt de aarde nat,
zon brengt licht en warmte voor de groei.
Goede grond geeft levenskracht:
‘t graan komt op en komt tot volle bloei.
Voor dat het zaad vrucht kan dragen zal het de grond in moeten, om daarna uiteindelijk vrucht te kunnen dragen. Als we soms moeilijke dingen meemaken, diep verdriet kennen, ons zorgen maken, de dood van dichtbij zien, kunnen we ons weleens afvragen waarom we dit moeten meemaken, waarom er zoveel pijn en verdriet is. Als we door een moeilijke periode heen zijn gegaan, zien we soms pas de vruchten die het heeft gebracht. Misschien zijn er wel dingen, ten goede, veranderd in je leven, in je huwelijk, je vriendschappen. Of is je geloof er juist door verdiept, gegroeid, geworteld.
Een tijdje terug reed ik langs een stukje land waar veel bananenbomen groeiden. Ik vind het altijd een mooi stukje land, een mangoboom, bananenbomen, suikerriet, het groeit allemaal bij elkaar. Maar opeens hadden ze bijna heel de akker gerooid, heel veel (ook nog jonge) bananenbomen waren gekapt en in stukken gehakt. Het zag er een beetje troosteloos uit, om eerlijk te zijn. Ik verbaasde me er over en eerlijk gezegd, snapte ik het niet. Waarom zou je dat doen? Diverse keren reed ik er langs en bleef me dat maar afvragen. Tot ik er met Elijah langsreed en het vroeg aan hem. Toen begreep ik het pas. Het was zo overwoekerd met alle bananenbomen dat de nieuwe scheuten geen plek en niet genoeg zonlicht hadden om goed te groeien en een goede oogst te geven.
En ondanks dat ik dat toen begreep, vond ik het er toch maar treurig uit zien. Het duurde echter niet lang tot er nieuwe bananenbomen begonnen te groeien. Nog geen twee weken later kwamen de eerste scheuten al weer op, uit de gekapte, voor het oog dode, stronken. Het leerde me dat, ondanks dat de akker er zo dood en een beetje treurig bij lag, er toch nieuwe leven aan het groeien was. En op deze manier zullen de bananenbomen die nu nog kleine scheutjes zijn, hopelijk over 1,5-2 jaar een prachtige tros bananen dragen.
De dood heeft niet het laatste woord, maar het Leven! Iets wat we ons mogen (en moeten) blijven herinneren in een wereld vol duisternis, dood en verderf. God heeft een plan met ons leven, daar werd ik weer aan herinnerd