Leven in een ander land
Ik las een blog over missionair vrouwen/moeders en hun moeilijkheden bij het opvoeden van hun kinderen en om eerlijk te zijn raakte deze blog mij best wel. Er was veel herkenning. Een aantal van deze dingen die ik herkende zijn:
Je leeft in een glazen huis; zowel de lokale mensen hier, als de mensen in je thuisland als je weer op verlof bent, houden met argusogen in de gaten wat en hoe je het allemaal doet. Wij leven in een compound met 16 huizen, waar ik de enige blanke ben. Het moment dat ik naar buiten stap wordt er gekeken en bekeken wat ik doe/ga doen. Ook als ik met de kinderen buiten ben wordt er nauwlettend in de gaten gehouden wat ik doe. Om het nog maar niet te hebben over de rare blikken als ik in het Nederlands met Ephraim communiceer; ‘Begrijpt hij wat je zegt??’ ‘Ja, hij begrijpt wat ik zeg, jullie zijn ook meertalig toch?’
Of het moment dat Ephraim naar buiten gaat met zijn fiets, een derdehands fiets die we doorgeschoven hebben gekregen van andere zendelings-gezinnen, komen er opmerkingen als: ‘Ohh, hij heeft een andere fiets, hij heeft er nu wel drie’. Ze weten niet dat we de fietsen hebben gekregen en weten wellicht alleen maar dat hun ouders wel een fiks bedrag hebben betaald voor hun fiets (fietsen koop je hier in de supermarkt, ze zijn behoorlijk duur).
Toen de kinderen nog klein waren en ze het altijd warm hadden, het is hier gemiddeld 30 graden overdag, werden er altijd dingen gezegd als: ‘Je kind heeft geen sokken aan, morgen is het ziek’. Of alle andere vragen en ongevraagde adviezen als: ‘Scheer je het haar van je dochter niet af? Dat moet hoor, anders groeit ze niet goed’, ‘Geef jij ook borstvoeding?’, ‘Als je geen pap of koemelk drinkt heb je niet voldoende borstvoeding’, ‘Je kind huilt, je moet het de borst geven’, ‘Masseer jij je baby niet (en dan bedoelen zie niet onze lieve, zachte, ontspannende massage haha) dan wordt het geen sterke baby!’ En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Je hebt niet makkelijk toegang tot goede gezondheidszorg; En met ik dat schrijf zit daar ook een grote nuance in. Er is de laatste jaren veel veranderd in Kisumu en er zijn goede dokters beschikbaar, echter wordt hier standaard naar de antibiotica gegrepen zodra een kind koorts heeft, iets wat niet mijn voorkeur heeft. Je kunt hier niet ‘even’ langs de huisarts, je moet naar het ziekenhuis. Daar kun je een algemene dokter zien (meer een hoger opgeleide verpleegkundige) of een consult boeken met de kinderarts maar die zijn er vaak alleen bepaalde dagen en de kosten daarvan zijn een stuk hoger.
Hierdoor ben je als moeder ook gelijk de verpleegkundige voor je kinderen. Als ze ziek zijn maak je continue de afweging of je wel of niet naar het ziekenhuis moet. Kan ik het voorkomen? Wat kan ik zelf al geven? Is het wel echt nodig? En ga zo maar door.
De nabijheid van familie en vrienden mis je, zeker bij de opvoeding van je kinderen; Tegenwoordig kunnen we elke moment van de dag videobellen, appen, mailen etc. Een groot goed. Maar het vervangt de echte knuffels en het ‘er zijn’ in geen geval. Met dat de kinderen groeien komt ook bij hen het gemis van opa en oma, ooms/tantes, neefjes/nichten uit Nederland, en krijg je als moeder ook te maken met hun verdriet.
Daarnaast mis ik soms erg mijn vriendinnen uit Nederland, het stukje herkenning, de zelfde waarden en normen, dezelfde cultuur, het elkaar begrijpen zonder al te veel uit te leggen. Iets wat zo ontzettend waardevol is en je zo hard nodig kunt hebben. En ik heb hier best wel contacten, maar het is vaak toch net even wat anders doordat we uit andere culturen komen bijvoorbeeld.
Het huishouden is een grotere uitdaging; Als gezin hebben wij er voor gekozen om geen hulp te hebben in huis. Iets wat hier erg normaal is onder de zendelingsgezinnen. Ik spreek daar absoluut geen oordeel over uit, want er zitten ook mooie kanten aan, onder andere dat je een hele familie helpt door iemand een baan te geven. Het komt regelmatig ook voor dat er allerlei dingen aan de hand zijn met mensen die helpen in de huishouding, daarnaast voel ik me er erg ongemakkelijk bij dat iemand in mijn huis aan het werk is en ik ben iets anders aan het doen. Daarom de overweging voor ons om het gewoon zelf te doen. Iets wat regelmatig verbaasde blikken oplevert hier.
Het huishouden is hier tijdrovender. Je kunt stoffen en vegen wat je wilt, maar je draait je om en er ligt weer zand en stof. Alle ramen en deuren staan vaak open i.v.m. de warmte, dus dat wil wel. Daarnaast is het koken en bakken ook een behoorlijk tijdrovende klus hier. Niets is voorgesneden of voorgegaard. Wil je groenten eten, moet je zelf alles schoonmaken/snijden etc. Pakjes en zakjes kennen ze hier niet, ik heb inmiddels dan ook een kruidenrek van een behoorlijke omvang. Lekkere cake of koeken zijn niet makkelijk te verkrijgen en als het er wel is is het behoorlijk prijzig. Mijn oven staat dus regelmatig aan hier, maar ook dat kost veel tijd. Bakmixen zijn hier ook niet, dus we mixen alles zelf.
Dit zijn slechts een paar dingen waar ik als moeder/echtgenote tegenaan loop. Het zijn geen onoverkomelijke dingen, maar het zijn wel dingen die veel energie vragen en soms moet ik mijn tranen weleens wegslikken als ik me alleen voel of als ik in de supermarkt sta en het merendeel van de groenten of verlept is of er helemaal niet is. Maar dwars door dit alles heen mag ik Gods trouwe zorg en liefde zo duidelijk voelen en weet ik dat ik hier in Kenia op mijn plaats ben.
Soms zucht ik en wat vaker probeer ik er maar om te lachen en rustig in vertrouwen verder te gaan.